Anders kijken = anders zien (2 van 2)

Buitenkunst. Ik kan het iedereen aanraden. Een lang weekend of een week samen creëren: toneel, fotografie, dans, zang, schilderen en meer. Acht jaar geleden koos ik voor een weekend lang fotograferen. De opdracht: maak een foto waarbij je even stil staat. Want er klopt iets niet. Of toch wel?  Enne… no filters. No photoshop.

Mijn gedachten gingen meteen naar de ‘pisa-poses’ waar ik stiekem altijd een beetje moet lachen. Je hebt ze vast wel eens gezien: foto’s van de scheve toren van Pisa of de Eiffeltoren. Drommen toeristen wringen zich in aparte poses voor die ene ‘humoristische’ shot. Een beetje spelen met afstand en richting en zo een soort van mindfuck creëren.  Ja! Dáár wilde ik iets mee doen.

En ook moest ik denken aan de eerste ‘kleurenfoto’s’. Met inkt ingekleurde zwart-witfoto’s. De kleurenfotografie was nog niet uitgevonden, maar kleurenfoto’s waren enorm populair onder de welgestelden. Zij wilden meer realistische foto’s en kozen daarom voor een – in termen van  nu – kitscherig aandoende kleurlaag. (Wist jij trouwens dat de Amerikaanse minister Wallace Nutting (1861-1941) een van de meest populaire foto-inkleurders van zijn tijd was?)

Terug naar Buitenkunst: Ik combineerde beide technieken en besloot Floor uit het bos te plukken om haar te laten poseren. En daar stond ze: met een kar in haar hand. En ik daar 35 meter achter, op een stoeltje. Een heel gehannes maar het resultaat mocht er zijn: een beeld van een kind dat haar mini-moeder op een kar voortsleept.

De afwerking van mijn project ging in 5 minuten: uitprinten en met ecoline er overheen. Net zo kitscherig als toen. Niet te gedetailleerd, en dat is ook niet nodig: de foto zelf geeft de transparante kleuren diepte.

En zoals dat wel vaker gaat, deed de synchroniteit een paar dagen na mijn Buitenkunstweekend zijn werk: ik zag een foto van Einstein en was in de war. Het was een kleurenfoto maar terugrekenend had dat geen kleurenfoto kunnen zijn. En ja hoor: een mindfuck. Want dit was het werk van Mads Madsen, een fanatieke geschiedkundige die met software de geschiedenis graag een beetje vervalst.

Anders kijken is anders zien. Never trust a picture! ♥

Vorm: de schoonheid van perfectie

Je ziet ze steeds meer, de hippe hexagonen. Op prikborden op de wanden van kantoren, als tegels in de badkamer, als terugkerend element in interieurdesign van scholen en op communicatiemiddelen als websites. En al vind ik de zeshoek niet een bloedstollend mooie vorm (ik heb meer met cirkels), ook ik gebruik ‘m regelmatig in mijn werk als visueel communicatie-adviseur / zakelijk tekenaar. Waarom? Omdat de hexagoon soms de best passende vorm is. Ik leg het uit.

Natuurlijk
De hexagoon is een vorm die in de natuur veel terugkomt. IJskristallen bijvoorbeeld zijn zeshoekig van vorm. Moeilijk te zien, maar denk maar eens aan de manier waarop je ‘kou’ zou kunnen tekenen. Grote kans dat je kiest voor het typische ‘sneeuw-symbool’. Of kijk eens goed naar een ananas. En de honingraat, ook die heeft onnoemelijk veel zeshoekige cellen (ik kom hier later op terug). En de allergrootste zeshoek in de natuur is de 25.000 kilometer brede wolkenband in de dampkring van Saturnus. Indrukwekkend, toch?||

Stevig en efficiënt
De hexagoon is ook een stevige en stabiele vorm. Zet maar eens wat cirkels of vierkanten op elkaar. Het gaat hellen en uiteindelijk kukelen. Bij de hexagoon zal dit niet snel gebeuren. De losse vormen geven elkaar juist stevigheid en stabiliteit. En uiteindelijk zal het geheel harmonieus ogen, zonder gaten of kieren tussen de vormen. Die ruimtes zijn er bij het in elkaar passen van vierkanten of driehoeken evenmin, maar uit berekeningen blijkt dat je voor het maken van een structuur met zeshoeken veel minder materiaal nodig hebt. Al met al is de hexagoon dus een zeer efficiënte vorm. Ik vind dat letterlijk en figuurlijk een mooi idee.

Evenwichtig
Als je goed kijkt naar de vorm, dan zie je dat de hexagoon in feite niets anders is dan twee over elkaar heen geschoven gelijkzijdige driehoeken. Het resultaat is een zeshoekig ster (davidster). En hiervan wordt gezegd dat de driehoek die naar beneden wijst het vrouwelijke symboliseert en de driehoek naar boven het mannelijke. Of respectievelijk het aardse en het hemelse.

Zes
En dan nog even over die hoeken. Ze zijn naar mijn mening niet te puntig maar wel duidelijk. Dat kan omdat het er zes zijn. En juist dit getal staat voor communicatie, harmonie, evenwicht, waarheid en verantwoordelijkheid. Om maar wat weetjes uit de numerologie te noemen. Daar kun je bij het visueel verslagleggen en visueel faciliteren doorgaans veel mee.

Slim
Zelforganisatie, samenwerken, eigenaarschap en verdelen van verantwoordelijkheden. Ik ben er vaak mee bezig in mijn werk als zakelijk tekenaar, visueel verslaglegger en visueel facilitator voor teams in de breedste zin van het woord. De hexagoon helpt. Want ben je op zoek naar een wenkend voorbeeld van een groep wezens die goed georganiseerd leeft, dan kom je al snel bij de bijen uit. De koningin legt eitjes (soms zelfs 2000 op een dag), de darren hebben als taak de eitjes te bevruchten en de werkbijen doen de rest. En dat laatste doen ze ook weer teamsgewijs. Er is geen bij niet niet weet wat ‘ie moet doen. De honingraat staat dan ook voor coöperatief werken. En de cellen van een honingraat heben de vorm van…? Jawel… een zeshoek!


Meer zien over de talenten van de bijen en hun mathematische excellentie? Weten waarom bijen kozen voor juist de zeshoek als hun masterplan bij de inrichting van hun onderkomen? Check dan dit filmpje over bijen, was, honing en meetkunde. Ik werd er blij van!

Paperclip

Creativiteit is pokon voor de ziel. Althans, zo denkt Mindmatterz erover. En dat zal geen verrassing zijn. Creativiteit is meer dan een kast vol art supplies en af en toe een uurtje vrij om er daadwerkelijk iets mee te doen. Creativiteit is meer dan knutselen. Door creatief actief te zijn word je ontspannen, laat je de dagelijkse sleur los en ga je je simpelweg blij voelen. En dit duurt allemaal langer dan dat ene uurtje. Sterker nog: hoe vaker je ‘speelt’, hoe meer de BBC (the benefits of being creative) onderdeel worden van jouw flow.

Tachtig
Hoe weet je nu of je creatief bent? Een testje: pak een paperclip en kijk ernaar. Bedenk ondertussen wat je allemaal met deze paperclip kunt doen of maken. Kom je aan de 20 ideeën? Denk en voel dan nog even door. Een creatief persoon schijnt meer dan 80 toepassingen te kunnen bedenken.

Eureka
Door creatief actief te zijn kom je sneller in een flow. Hierdoor ben je in staat je eigenheid aan te boren, wordt experimenteren een tweede natuur. Je zult steeds meer nieuwe ideeen te genereren en buiten jouw gebaande paden te denken (voor je het weet ben je bij die 80 toepassingen!). Dit stimuleert het probleemoplossend vermogen. Sterker nog: obstakels worden uitdagingen. En hierdoor vergroot je bij jezelf de kans op het eureka-gevoel. En dat is een heerlijke state of mind. Dat gun je jezelf toch?

Slecht nieuws
Het is nooit te laat om opnieuw te beginnen. ’t Is een mooi gezegde. En het is nog waar ook. Naarmate je ouder wordt worden sommige dingen lastiger (hangdrum spelen bijvoorbeeld… ik had er écht eerder mee moeten beginnen; dan had ik het waarschijnlijk sneller onder de knie gehad). En dat geldt ook voor creativiteit. Want het slechte nieuws is: onze capaciteit om schaamteloos creatief actief te zijn is in de loop der jaren afgenomen. In groep 1 vonden we bijvoorbeeld dat we heel goed konden tekenen, verven en kleien. In groep 8 vonden wij dat doorgaans niet meer. En de meesten onder ons hebben die mening over hun eigen creativiteit niet meer losgelaten. Hoe dat werkt? Ik schreef er eerder een Mindfood over.

Speel!
Er is dus werk aan de winkel. En het mooie is: door kinderen te stimuleren creatief actief te zijn, word je het zelf ook. To teach is to learn. Selffulfilling prophecy to the max! Zoiets. Maar hoe dan? Ik geef je tips:

  • Geef het goede voorbeeld. Speel!
  • Waardeer creativiteit openlijk. Hang artwork op; ook als je er minder tevreden over bent.
  • Laat het kind leiden als het creatief bezig is. Bemoei je vooral met jezelf.
  • Zonder wrijving geen glans. Leer het kind (en jezelf) omgaan met teleurstellingen. Enne… falen is voorwaarts leren.
  • Beloon ook het proces. Dat is zoooooo belangrijk, ook als het om je eigen proces gaat!
  • Leg niet teveel regels op. Experimenteer ook zelf!

Succes, maar vooral: veel plezier!

Eureka en Prada
Nog even terugkomend op die paperclip. Sommigen zijn in staat wel héél creatief te denken als het om dit voorwerp (Hema, 175 stuks voor 1 euro) gaat. Prada verkoopt paperclips als moneyclip en vraagt er 185 dollar voor. Echt! Lees hier hoe dit creatieve idee ontvangen is…

Tekenen is een goed idee!

Met tekeningen kun je meer onthouden, langer onthouden, verbanden leggen én je verhaal helder vertellen. En dat is niet alleen omdat tekeningen attentiewaarde hebben en gewoonweg aantrekkelijker zijn om erbij te pakken. Nee, er is meer. De kracht van tekenen is wetenschappelijk onderzocht. En de conclusies zijn helder.

Duale coderingstheorie
Laten we beginnen met Allan Pavio, hoogleraar psychologie aan de University of Western Ontario. Hij ontwikkelde in 1971 de Dual Coding Theory. In het kort: we snappen dingen beter en onthouden langer als we twee subsystemen tegelijkertijd activeren. Het tegelijkertijd inzetten van een verbaal én een non-verbaal subsysteem zorgt ervoor dat er heel veel blijft hangen. Tekst en beeld bijvoorbeeld. En precies dít maakt het zo’n goed idee om de verslaglegging van vergaderingen en plannen voor een reorganisatie (om maar wat voorbeelden te noemen) niet met louter tekst te doen, maar er visuele elementen aan toe te voegen.

The Drawing Effect
Het onderzoek van Paivio werd nog eens overgedaan en er werd een subsysteem aan toegevoegd: de motorische code. Oftewel: zelf tekenen! Dit gebeurde op de Universiteit van Waterloo waar Jeffrey Wammes met een team aan de slag ging. Ze verdeelden studenten in verschillende groepen en lieten ze oefeningen doen. Woorden overschrijven of tekenen bijvoorbeeld. De groepjes werd vervolgens gevraagd iets totaal iets anders te gaan doen. Muziek luisteren, fietsen, gamen, etcetera. Daarna kregen ze het verzoek de woorden te reproduceren. En je raadt het al: de studenten die ook hadden getekend hadden veel meer onthouden. Vaak wel twee keer zoveel! De onderzoekers voerden nog 6 andere experimenten uit en de conclusies waren kraakhelder: zelf tekenen is een goed idee als je meer wilt onthouden of samen tot een gedeeld beeld wilt komen. Het onderzoek wordt regelmatig herhaald en de conclusies zijn veelbelovend en geven aanleiding om de kracht van tekenen verder te onderzoeken bij bijvoorbeeld mensen met dementie.

The Drawing Effect

Samen tekenen
Wat met praten niet altijd lukt, gaat vaak met tekenen wel. Door te tekenen begrijpen we elkaar sneller. Als we praten over iets concreets als een ‘stoel’, dan komen we er wel uit. Bij ‘familie’ wordt het iets ingewikkelder. Sommigen denken aan het gezin, anderen aan het gezin van herkomst en weer anderen zien direct een heel familiesysteem (met generaties terug) voor zich. Lastiger wordt het als het gaat om een begrip als ‘verantwoordelijkheid’. Wat bedoelen we daarmee? De een zal denken aan verantwoordelijkheid voor een team. Of een bedrijf. De ander over verantwoordelijkheid nemen als het bijvoorbeeld gaat over het in acht nemen van covid-maatregelen. En een derde persoon zal misschien wel wijzen naar een ander.

Aan de vergadertafel (online of offline) lijkt het alsof we hetzelfde bedoelen. En de praktijk blijkt dat tóch een beetje anders te zijn. Door te tekenen komt er communicatie op gang die energie geeft om beelden te finetunen tot een gedeeld beeld. Samen tekenen en praten aan de hand van een visual maakt onzichtbare zaken zichtbaar. Nieuwe inzichten, uitzicht en overzicht.


Experiment met vier studiegroepen (1969) waarbij het onthouden na vier dagen
werd getest bij een lezing, een stuk tekst, een visual met gesproken tekst
en een meeting met visuele communicatie. (Bron: https://www.holgernilspohl.com)

Van switch naar flow

We switchen wat af. Nee, ik heb het niet over Tinder of Happn. Ook niet over het herinrichten van je huis of Het Nieuwe Werken. Ik heb het over communiceren.
Voordat ik uitleg wat ik bedoel, doe ik graag een testje met je.

Wil je je ogen dichtdoen?
Okee, denk nu aan kaas
Open je ogen weer en vertel me waaraan jij dacht.
Aan de vier letter K, A, A, S? Of aan een blokje gele kaas, al dan niet met gaten?
Grote kans dat je aan dat laatste dacht!

Switchen
Met dit in het achterhoofd is het eigenlijk heel bijzonder dat verslagen van vergaderingen en brainstorms nog steeds zoveel letters bevatten. Eindeloos veel letters – vrijwel alleen maar letters – met als enige vrolijke noot een witregel. En met een beetje bof een structurerende bullet. That’s all. Had het niet veel meer voor de hand gelegen om een visueel verslag te maken? Het had je heel wat energie gekost (je switcht immers minder tussen tekst en beeld) waardoor jouw brein tijd over had gehad om andere dingen te doen.

Waarom visueel?
Gelukkig kiest men steeds vaker voor een visueel verslag. Dat scheelt een hoop geswitch. Maar er is meer goed nieuws, want het blijkt dat visuele voorstellingen veel langer in het geheugen blijven zitten dan bijvoorbeeld tekst of cijfers. Denk maar eens aan een grafiek. Dat ‘leest’ en beklijft beter dan een uitgebreide toelichting erop. En er is nóg meer:

  • Met visuals weet je in één oogopslag wat er tijdens een meeting besproken is (ook fijn voor de mensen die niet bij de meeting aanwezig waren). Met andere woorden: visuele voorstellingen ‘lees’ je integraal en snel.
  • Met visuals kun je doelgerichter verslag leggen. Snel tot de essentie komen!
  • Met een visuele weergave van de inhoud word je min of meer gedwongen te focussen en de kern tot je te nemen.
  • Met tekeningen leg je verbanden sneller, begrijp je de samenhang en worden patronen helder. In een geschreven verslag heb je heel veel woorden en paginaverwijzingen nodig om dit voor elkaar te krijgen. Enne… in een visual hoef je niet te bladeren!
  • De betrokkenheid van de groep bij de totstandkoming van een visual is groot. Niet zelden maak ik mee dat er een wow-effect is bij het zien van de visual. Men is trots op het resultaat van hún meeting. Over groepsgevoel gesproken!
  • Visuals stellen je in staat beter te herinneren. Dat wat er gezegd werd, de interactie in de groep en eventueel discussie die er was. Bij het zien van de visual popt er in de hoofden van de ‘lezers’ vanalles op. Fijn!
  • Zien wat je hoort inspireert en zet aan tot verder associeren en denken.
  • Met visuals trek en vergroot je de aandacht. Vraagje: heb je ooit wel eens een geschreven verslag in de koffiekamer zien hangen?
  • Visuals zijn makkelijk te delen en multi-inzetbaar. Denk aan social media, magazines en websites. De herkenbaarheid en daarmee de attentiewaarde is groot.

Mindmatterz
Mindmatterz is betrokken bij uiteenlopende strategische overleggen en brainstorms. Als luisteraar, filteraar, tekenaar en inzichtgever. Bij uiteenlopende bedrijven en organisaties ben ik actief als facilitator en visual recorder. Het is mijn missie om zoveel mogelijk mensen in verbinding te brengen met hun eigen creativiteit. Deze missie realiseer ik door het geven van uiteenlopende trainingen, waaronder ook sketchnoting. Zowel incompany als particulier (in Studio Mindmatterz). Meer weten? Check www.mindmatterz.nl.

Liefde voor letters

Al van kinds af aan was ik bezig met letters. Ik leerde lezen met de aap-noot-mies-methode (hoogstwaarschijnlijk behoorde ik tot de laatste lichting die met Does en scha-pen opgroeide). Wat waren die letters mooi! Die schreefjes – de streepjes onder en bovende letter – grepen me toen al.  Niet verwonderlijk dat ik in mijn visuals doorgaans een letter-met-schreef gebruik.

Op de basisschool schreef ik vreemd genoeg echt superklein. Letters van twee millimeter hoog waren eerder regel dan uitzondering. In elk schoolschrift is daar wel een opmerking van juf of meester over te vinden. Waarom ik dat deed? I really don’t know! Voer voor psychologen.

Vrije School
Later kreeg ik een enorme lol in het maken van letters en het decoreren ervan. Gelukkig zat ik op een Vrije School en was dit juist de bedoeling, en niet iets van ‘erbij’. Hier is mijn liefde voor letters geboren.
Tijdens mijn studies werd de liefde voor letters uitgebreid met kennis over typografie en nu vind ik het vooral heerlijk om te schrijven en te handletteren. Over connect the dots gesproken!

 “When some people see letters they hear words. But what I hear is music.”

Handletteren is tekenen
Het was je misschien al opgevallen: ik vind handlettering een feest. Het is persoonlijk. En met wat oefenen, spelen en gummen heb je al snel een verbluffend resultaat. Voor mijzelf geldt: als ik snel iets moet opschrijven, dan is het onleesbaar. Want ik schrijf. Wil ik handletteren? Dan teken ik. En dat is heel iets anders! Je ziet dat niet alleen op papier, maar ook aan je lichaamshouding. Bij schrijven beweeg ik wat met mijn pols. Bij handlettering gebruik ik mijn hele arm! Dussssss: vind je dat je een niet zo fraai handschrift hebt? Dan staat niets je in de weg om te gaan handletteren. Echt!

Seb Lester
Een inspirerend filmpje van Seb Lester ter illustratie van het feit dat handlettering maar weinig te maken heeft met schrijven of een handschrift. Lester is ook letterontwerper (hij ontwierp de Neo Sans, gemaakt voor de Olympische Winterspelen van 2010), geeft kalligrafieworkshops en is een geweldige kunstenaar.

Wat ze je toen nooit vertelden…

Onlangs sprak ik een docent kunstvakken van een middelbare school. We spraken over zijn nieuwe klaslokaal en over het feit dat de kennis er van de muren droop. Want wat bleek: de kleurencirkel van Itten had een prominente plek in de ruimte waar hij dagelijks vertoeft. En dat is zo leuk van mijn werk: ik kom overal, leer veel over zeer uiteenlopende zaken en moet af en toe (soms vaak) graven naar ‘hoe het ook alweer zat’. En nu dus weer: kleurenleer. Spoileralert: de kleurenleer van Itten was niet helemaal 100% sluitend. Had ik dát geweten, dan had ik die theorie over kleur nooit zo verwarrend gevonden. Maar ook hier geldt: achteraf is heel fijn wonen.

Verf mengen
Je kent het vast nog, het kleuren mengen in groep 1 of 2 (toen ik uk was heette dat nog gewoon de kleuterschool). Als je de primaire kleuren blauw, rood en geel mengt, krijg je secundaire kleuren paars, oranje en groen. En ga je nog een stapje verder, dan krijg je de tertiaire. Ik vond het best leuk, dat mengen. En natuurlijk was het ’t allerleukste om alles door elkaar te gooien en er bruin van te maken. Bruin, lieve mensen, geen zwart. Ik kom hier later op terug.

Kleurenleer van Itten
We waren als kleuters eigenlijk gewoon bezig met de kleurenleer van Itten. Toen al wetenschappelijk bezig1 Johannes Itten was een Zwitserse docent, ontwerper én kunstschilder (1888-1967). Hij liet ons geloven dat je met rood, geel en blauw alle kleuren kunt maken.
Maar klopt het allemaal wel wat deze man ons vertelde? Want om eerlijk te zijn: ik kreeg eigenlijk nooit een mooi helder paars. Het groen werd nooit fel genoeg. En dat bruin he… Het was allemaal een beetje somber… En dat is logisch. Want als je echt felle frisse kleuren wilt krijgen, heb je andere kleuren nodig: felgeel, felroze en felblauw. De kleurenleer van Itten was dus theoretisch heel mooi, maar de praktijk is weerbarstig. Of anders gezegd: Itten zat er wetenschappelijk naast. En daarnaast baseerde hij zijn kleurenleer op kleuren door pigment. En wat het is: kleuren zien heeft alles te maken met licht en met hoe je ogen dat waarnemen. Bottom line: verf mengen is iets anders dan licht mengen. Klinkt logisch.

Kleuren zien: RGB
Om te kunnen begrijpen hoe het ‘mengen van licht’ werkt, maak ik even een uitstapje naar je ogen. Want in je netvlies zitten twee typen cellen die met kleur en contrast te maken hebben: kegeltjes en staafjes. De kegeltjes zijn belangrijk voor het waarnemen van kleuren. Er zijn drie soorten: kegeltjes die het rode waarnemen, kegeltjes die het groene waarnemen en kegeltjes die het blauwe waarnemen. Donkere en lichte tinten zijn het werk van andere cellen in je netvlies: de grijstintgevoelige staafjes. In het kort komt het hierop neer: het zien van kleuren is gebaseerd op het optellen van de primaire kleuren rood, groen en blauw (RGB). We noemen het daarom additieve kleurmenging. Hoe meer kleuren er met elkaar worden gemengd, des te lichter wordt de uiteindelijke kleur, totdat iets wit is (vertel dit NIET aan je kleuter).  Een voorwerp krijgt kleur door weerkaatsing van het licht van zijn eigen kleur en het absorberen van de ander kleuren. De rode schoentje in de Efteling noemen we rood omdat de schoentjes het groen en blauw absorberen en de kegeltjes in je oog de teruggekaatste rode stralen opvangen. Blauwe slippers absorberen al het rode en groene en weerkaatsen het de blauwe naar je oog.

Maar wacht eens even? We hebben het hier over RGB, maar dan met de G van groen en niet van het geel van Itten. Huh? Groen was bij Itten nog een secundaire kleur en ineens mag ‘ie meedoen als primaire kleur? Ja, en dat heeft allemaal te maken met het feit dat RGB niet een kleurcode is voor verf, potlood of inkt, maar voor licht. Dus…. bent u daar nog?

Kleur, kleur, kleur
Gelukkig bestaat de wereld uit meer dan alleen rood, groen en blauw. En dat komt door menging van die primaire kleuren. Geel is een menging van de twee primaire kleuren rood en groen (vertel dit NIET aan je kind die lekker aam het verven of tekenen is). Een voorwerp dat alleen de blauwe lichten absorbeert en rood en groen naar je oog straalt, zie je dus als geel. Kortom: als je een beetje varieert met die drie primaire RGB-kleuren, dan krijg je heel veel andere kleuren.

Ik werk meer met beeldschermen dan met verf, dus ik kende die RGB-codering eigenlijk ook wel. RGB wordt namelijk gebruikt bij bronnen die zelf licht produceren. Denk aan je laptop, je ipad, de televisie en beamers. Het bewijs is snel te vinden. Kijk maar eens van heel dichtbij: je ziet dat puntjes in rood, groen en blauw worden gecombineerd tot kleuren.

Het RGB-model kent per kleur 256 stapjes. Een beeldscherm kan dus 256 verschillende rode kleuren, 256 groenen en 256 blauwen produceren die tezamen 256 x 256 x 256 = 16.777.216 verschillende kleuren maken. In computerprogramma’s vind je vaak een kleuraanduiding met een hashtag (#). Dit zijn HTML-codes die net wat makkelijk communiceren dan hele lange getallen.

Kleuren afdrukken: CMYK
We gaan weer even terug naar  het tekenen, verven. Daar gaat het dus weer anders. We leerden net dat hoe meer rood, groen en blauw je toevoegt, hoe lichter de kleur werkt. Nou, dát is op mijn papier wel anders als ik aan het kleuren ben. De kleuren worden steeds donkerder! En als ik groen met rood meng, dan krijg ik geen geel hoor, maar wel een soort van bruin. Precies! De kleur die je bij het Itten-mengen op de kleuterschool ook kreeg. Conclusie: de kleuren rood, groen en blauw zijn dus niet geschikt om verf mee te mengen.  Niet met je kwast en ook niet op de drukpers. Doe je printer maar eens open. Zie jij inktcontainers of cartridges met rood, groen en blauw? Of het rood, geel en blauw van Itten? Vast  niet. Wat jij ziet is felblauw, roze, geel en zwart….Daar zit je dan met je kleuterschool-skills en nieuw verworven inzichten over de RGB-codering.

Felroze, felblauw, geel en zwart. Als je dit naar het Engels vertaalt, kom je uit op CMYK. Het CMYK-model wordt gebruikt voor het beschrijven van kleuren van objecten die zelf geen licht geven, maar die het licht van andere bronnen weerkaatsen. En toch hebben de kleuren veel te maken met het rood, groen en blauw van je beeldscherm of smartphone. Want daar waar de RGB-kleuren overlappen, ontstaan de kleuren cyaan, magenta en geel (yellow). Hoe meer je van een kleur gebruikt, hoe donkerder de kleur (en weet je nog: dat is bij RGB precies andersom. We spreken hier van een subtractieve kleurenmenging. Want het cyaan, magenta en geel ‘onttrekken’ licht aan de primaire kleuren rood, groen en blauw. Nog even over die K en CMYK: dat is de K van zwart (!). Die is erbij gepakt omdat je met C, M en Y geen zwart kunt maken (wel donkerbruin; denk weer even aan het kliederen in de kleuterklas) is die er aan toegevoegd. Met RGB kun je overigens wel zwart maken.

Babylonisch
De kleurenleer van Itten, het RGB-model, en de CMYK-indeling… ze reppen alle drie over primaire en secundaire kleuren. En een primaire kleur in de ene methodiek is een secundaire kleur in de andere. Voer je dus een interessant gesprek over kleur, zorg dan dat duidelijk is of je het over het additieve of het subtractieve mengsysteem hebt!

Beeldscherm en drukwerk
En dan nu de combinatie. Want gelukkig wordt er in deze online wereld nog steeds gedrukt en geprint. Maar wacht eens even: het beeldscherm werkt met RGB en drukwerk gaat in CMYK. Gaat dat dan wel goed? Het eerlijke antwoord: nee. Dat heeft heel veel te maken met de kwaliteit van de drukmachine, het papier dat je gebruikt én de kalibratie van je beeldscherm. Maar zelfs als je beeldscherm uitmuntend gekalibreerd is en je de gewenste RGB-codes gebruikt, dan nóg kan het misgaan. Het kleurenbereik van het RGB-model is namelijk veel groter dan dat van het CMYK-model. En daarom gaat CMYK een beetje schipperen. Helaas pakt dat vaak wat donkerder en doffer uit.

Kortom
Kleur bekennen. Het is niet altijd even makkelijk en het zal je na het lezen van dit verhaal niet verbazen dat er hele studies zijn gewijd aan kleur. We hebben het namelijk nog niet over kleur-tegen-kleur-contrast, complementair contrast en heel veel andere contrasten gehad. Om over verzadiging en helderheid maar niet te spreken.

Het is veel he? Deze recap helpt vast!

  • RGB gebruik je voor alles wat wordt weergegeven op een beeldscherm; RGB-kleuren worden gemaakt met 3 kleuren licht
  • CMYK gebruik je voor printen en drukwerk; CMYK-kleuren worden gemaakt met 4 kleurpigmenten
  • RBG werkt op basis van additieve kleurmenging/ CMYK werkt op basis van subtractieve kleurmenging.
  • Met RGB-kleuren kun je maximaal 16.777.216 verschillende kleuren maken.
  • Met CMYK maak je heel veel kleuren maar minder dan 16.777.216.
  • RGB omzetten naar CMYK gaat niet altijd goed. Oplette dus
  • Het verf mengen op de kleuterschool was leuk, en het was logisch dat je kleuren een beetje somber waren; had je CMYK gebruikt, dan waren je kindertekeningen nóg vrolijker geweest!

Lijf & burn-out

Dat ik leuk en uitdagend werk heb, wist ik al. En ‘on top of that’: Ik leer er ook zoveel van. Zo was ik alweer een tijd geleden bezig met het maken van illustraties voor een boek over herstellen na een burnout. Psychiater Jan Willem de Boer schreef er een hoofdstuk voor over o.a. de reactie van jouw lichaam op langdurige stress en burn-out.

Eventjes
Stress hebben we allemaal wel eens. Gelukkig hebben we een stressrespons-systeem: adrenaline en daarna cortisol zorgen ervoor dat je hartslag verhoogt en je spierspanning stijgt. En dat kan je eventjes helpen. Maar als de stress lang aanhoudt of steeds vaker terugkomt besluit jouw lijf ‘aan’ te blijven staan. Simpelweg omdat dat handiger is. Het gevolg: je blijft continu stresshormonen aanmaken. Ook ’s nachts….. En het zal je niet verbazen dat dat vermoeiend is. Je slaapt namelijk niet op momenten dat dat wél verstandig is. Gevolg: een verstoord dag- en nachtritme waardoor je lijf in de war raakt. Het kan niet meer wat het kon. Het doet niet meer wat het deed en het vraagt niet meer wat het vroeg. Eten en seks bijvoorbeeld.

Boek over herstellen na burn-out
Jan Willem kan het heel helder vertellen. En de visual die ik bij zijn verhaal maakte laat dat zien. Wil je het boek ‘Van een burn-out naar een onweerstaanbaar leuk leven’ van bestellen? Check dan www.herstellennaburnout.nl. Het boek biedt erkenning en handvatten voor mensen met een burnout. En evenzo belangrijk: voor mensen om hen heen, zowel in persoonlijke als in professionele kring.

Aanrader!

Handje helpen

Regelmatig breng ik mijn 80plus-straatgenoot naar de arts, de fysio of het ziekenhuis. Het is een kleine moeite, het zijn kleine stukjes, en het is gezellig. Dus… auto desinfecteren en mondkapjes op. Dat wat inmiddels zo gewoon is.

Bij het uitstappen zei hij: “Wat verschrikkelijk dat ik je hiermee belast.” En zijn gezicht stond op standje ‘sorry’.
Huh? Au!

Hulp vragen schijnt zo moeilijk te zijn. Voor jong én oud. Want als je hulp vraagt geef je aan (not!) dat je het niet alleen kunt. En dat doen we gewoon niet zo graag. Jammer hoor. Want hulp vragen is geen teken van zwakte. En dat weten we eigenlijk heel goed. Want als iemand jou om hulp vraagt heb je waarschijnlijk zelden het idee dat de ander zwak is. Of jou stoort. Sterker nog: we hebben allemaal van nature een verlangen om behulpzaam te zijn. Onze hersenen schijnen op empathie ingesteld te zijn.

Voor hulp vragen moet je soms een hobbel over. Ik herken het een beetje, maar de blik van mijn buurtgenoot maakte het weer superduidelijk. Zullen we helpen en geholpen worden (steunen en gesteund worden) gewoongoed maken? Onvoorwaardelijk en oordeelloos? Dan maken we écht contact en verbinden we.
Doe je mee?

Links én rechts: (Af)stemadvies (1 van 3)

Je hersenen. Bijzonder interessante dingen. Zoals alles bestaan je hersenen uit twee helften die onderling verbonden zijn en een geheel vormen. Twee helften. Twee talenten. Je linkerhersenhelft zorgen ervoor dat je kunt praten, logisch kunt redeneren en kunt denken en analyseren. Je rechter hersenhelft heeft weer andere talenten.

Meestal gebruik je bij nieuwe leertaken spontaan de meest dominante hersenhelft. En ja… vaak is dat de linker. Voor mijn gold dat zeker, maar ik ben (gelukkig!) niet de enige. En dat is niet zo vreemd als je bedenkt dat tijdens het leren op school nog steeds het accent ligt op denken, analyseren, het verbale en details.

Jouw rechter hersenhelft wil hele andere dingen, namelijk overzicht houden, voelen en creëren en is goed in verbanden leggen en processen doorzien. Deze hersenhelft denk in beelden. Persoonlijk vind ik deze hersenhelft veel gezelliger.

Maar nu serieus: als links en rechts met elkaar gaan samenwerken, dan ontstaan er mooie dingen. Niet alleen nu, maar ook later. Door te oefenen hierin gaat het stromen en maak je écht gebruik van jouw talenten. Of die nu vooral links of rechts zitten.

Samenwerken dus. Maar hoe dan?
Door creatief actief te zijn. Echt!